De kredietcrisis maakt de strijd om de gunst van de spaarder heviger dan ooit.
Banken vertrouwen elkaar nauwelijks, uit angst dat de buurman nog een paar
Amerikaanse rommelhypotheken in de kast heeft liggen. Gevolg is dat
spaargeld een gewilde vorm van financiering is geworden voor banken.
Hoge rentes zijn het afgelopen jaar eerder norm dan uitzondering
geworden. Maar nu Amerikaanse banken bij bosjes omvallen, krabben spaarders
zich op het achterhoofd. Hoe veilig is mijn bank?
Daar kun je op verschillende manieren naar kijken. Het risico dat banken
omvallen wordt in kaart gebracht door kredietbureaus zoals Moody’s. Hoewel
die niet onfeilbaar zijn gebleken in de kredietcrisis, geven verschillende
kredietcijfers wel enig idee van het relatieve risico dat je bij
verschillende banken loopt.
Bij afweging tussen een hoge spaarrente en de vermeende robuustheid van
een bank, kan het daarom geen kwaad een blik te werpen op de kredietrating
van een bank. Die lopen van de hoogste Aaa rating voor Rabobank tot het
relatief lage B1-cijfer voor het Turkse moederbedrijf van YapiKredi. Zie:
rechtsboven de grafiek ‘In Beeld: bankratings.’
Wie zo min mogelijk risico wil lopen, komt al gauw uit bij de dekking van het
depositogarantiestelsel. Deze regeling beschermt spaartegoeden tot 20
duizend euro, en 90 procent van bedragen tussen de 20 en 40 duizend euro.
Wil je absolute zekerheid, dan is het devies maximaal 20 duizend euro bij
één bank.
Het garantiestelsel rekent echter niet per rekening, maar heeft
betrekking op instellingen met een eigen vergunning. Ogenschijnlijk
verschillende spaarmerken tellen daardoor soms samen bij de dekking voor het
garantiestelsel.
CenE Bankiers is bijvoorbeeld een dochter van Van Lanschot Bankiers. Wie 40
duizend euro op een spaarrekening van CenE heeft geparkeerd en 40 duizend
bij Van Lanschot, moet deze bedragen optellen voor het garantiestelsel. De
maximale dekking is in dit geval één keer 38 duizend euro over een tegoed
van 80 duizend. En niet twee keer 38 duizend euro.
Het kader 'Wel of niet optellen?' hiernaast geeft een overzicht van
spaarmerken die al dan niet als één tellen.
Ingewikkeld is bijvoorbeeld de situatie bij bankverzekeraar SNS Reaal.
Die heeft drie gescheiden vergunningen voor het depositogarantiestelsel: één
voor SNS Bank, één voor SNS Regiobank en één voor dochter ASN Bank.
Spaarrekeningen bij ASN Bank en SNS Bank worden dus apart gedekt.
Tegelijk biedt SNS via verzekeraar Reaal spaarrekeningen die onder de
vergunning van SNS Regiobank vallen. Als je dus zowel een spaarrekening bij
SNS Regiobank als bij Reaal hebt, tellen die voor het
depositogarantiestelsel wel als één.
Bij ING zijn er verschillende vergunningen voor dochters Postbank, ING
Bank en Nationale Nederlanden. Spaarrekeningen bij NN en Postbank dubbelen
daardoor niet. Wel is het zo dat Postbank en ING Bank in het eerste kwartaal
van volgend jaar juridisch één bank worden. Vanaf dat moment tellen
spaarrekeningen van Postbank en ING Bank wel als één voor het
garantiestelsel.
Iets soortgelijks geldt voor Fortis en ABN Amro. De overname van de
Nederlandse tak van ABN Amro door Fortis is niet rond. ABN Amro Nederland
staat geparkeerd in een beleggingsvehikel dat onder de verantwoordelijkheid
van Fortis' overnamepartner Royal Bank of Scotland valt.
Zolang Fortis en ABN Amro juridisch aparte entiteiten blijven voor het
garantiestelsel, hoeven spaarders rekeningen bij ABN Amro en Fortis niet bij
elkaar op te tellen.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl